Statuten
Statuten zijn als het ware het handboek van een vereniging voor de wat langere termijn. Hierin staan altijd de belangrijkste regels die wijbinnen de vereniging moeten naleven, zoals:
- de naam en plaats van vestiging,
- het doel van de vereniging,
- de verplichtingen van de leden tegenover de vereniging,
- de manier waarop de algemene vergadering bijeengeroepen wordt,
- de manier van benoeming en ontslag van bestuurders en
- de bestemming van het batig saldo van de vereniging na ontbinding.
1
2024.0023.08/DO
STATUTENWIJZIGING
van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid:
Amateur-Tuindersvereniging “De Aa-Tuinen”
statutair gevestigd te: gemeente Zwolle
Heden, twee april tweeduizend vierentwintig, verscheen voor mij, mr. Daniel __
Olivier Ohmann, notaris te Wassenaar: ___________________________________
de heer mr. Joris Johannes Kempen, geboren te Nieuwkoop op dertien mei ______
negentienhonderdachtennegentig (13-05-1998), werkzaam ten kantore van mij, ___
notaris, kantoorhoudende te 2242 HW Wassenaar, Molenplein 10, te dezen ______
handelend als schriftelijk gevolmachtigde van: _____________________________
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid AMATEUR-
_________________
TUINDERSVERENIGING “DE AA-TUINEN”, statutair gevestigd te gemeente
Zwolle, met adres 8032 AS Zwolle, Vliet 49, ingeschreven in het handelsregister _
van de Kamer van Koophandel onder nummer 40059633, hierna ook te noemen: __
“de vereniging“. ____________________________________________________
STATUTENWIJZIGING ____________________________________________
De comparant in haar gemelde hoedanigheid verklaarde dat bij een algemene ____
vergadering van de vereniging, gehouden op negen januari tweeduizend _________
vierentwintig, is besloten om de statuten van de vereniging algeheel te wijzigen ___
alsmede dat zij is gemachtigd om dat besluit ten uitvoer te leggen, waarvan blijkt _
uit het aan deze akte te hechten exemplaar van de notulen van die vergadering met
de daarbij behorende volmacht. _________________________________________
De comparant in haar gemelde hoedanigheid verklaarde bij deze, ter uitvoering van
gemelde besluiten van gemelde vergadering, de statuten van de vereniging algeheel
te wijzigen als volgt: _________________________________________________
STATUTEN _______________________________________________________
Naam en oprichtingsdatum. ____________________________________________
Artikel 1. __________________________________________________________
De vereniging draagt de naam: Amateur-Tuindersvereniging “De Aa-Tuinen”,
_
genoemd naar het riviertje de AA (hierna te noemen: “de vereniging”). De ______
vereniging is opgericht op zeven november negentienhonderdvierenzeventig.
____
Zetel en inschrijving.
_________________________________________________
Artikel 2.
__________________________________________________________
1. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Zwolle. ___________________
2. De vereniging en het bestuur zijn ingeschreven in het handelsregister. ______
Doel en middelen. ___________________________________________________
Artikel 3. __________________________________________________________
1. De vereniging heeft als doelstelling het tuinieren als vrijetijdsbesteding te ___
bevorderen. Het tuinieren (groente-, fruit- en bloementeelt) vindt plaats _____
binnen het complex van de vereniging. _______________________________
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:________________
a. het verkrijgen en behouden van een geschikt terrein, bestemd voor _____
(volks)tuinieren, bij voorkeur met een permanent karakter; ___________2
b. de leden de gelegenheid te bieden om de tuinactiviteiten optimaal te ____
ontplooien door het beschikbaar stellen van een perceel; _____________
c. samenwerking met andere verenigingen en/of een overkoepelende _____
organisatie; _________________________________________________
d. alle wettige middelen die met het vorenstaande verband houden of _____
daarvoor bevorderlijk kunnen zijn. ______________________________
3. De vereniging heeft niet het doel om winst te maken om te verdelen onder de
leden. _________________________________________________________
Inrichting. __________________________________________________________
Artikel 4. __________________________________________________________
1. Organen van de vereniging zijn: het bestuur en de algemene ledenvergadering, _
alsmede alle overige personen en commissies die bij of krachtens de statuten _
zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij _____________
beslissingsbevoegdheid is toegekend. ________________________________
2. De vereniging kent in elk geval een kascommissie, zoals bedoeld in artikel 16
lid 4. __________________________________________________________
3. De organen van de vereniging als bedoeld in lid 1 bezitten geen ___________
rechtspersoonlijkheid. ____________________________________________
Leden.
____________________________________________________________
Artikel 5.
__________________________________________________________
1. De vereniging kent leden en ereleden. ________________________________
2. Leden van de vereniging zijn natuurlijke personen, die woonachtig zijn in de _
gemeente Zwolle, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die na ___
aanmelding als zodanig door het bestuur zijn toegelaten. _________________
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene ledenvergadering een lid ______
wegens bijzondere verdiensten voor de vereniging het predicaat “erelid” ____
verlenen. Ereleden, die niet tevens lid zijn, hebben geen stemrecht. _________
4. Bij niet-toelating door het bestuur kan degene die zich heeft aangemeld, de __
algemene ledenvergadering verzoeken alsnog tot toelating te besluiten. Dit __
verzoek moet schriftelijk worden ingediend bij het bestuur. De algemene ____
ledenvergadering kan alsdan alsnog tot toelating besluiten. _______________
5. Het bestuur houdt een register bij waarin onder andere de namen, adressen en
bankrekeningnummer(s) alsmede een telefoonnummer en persoonlijk e-
____
mailadres van de leden zijn opgenomen, een en ander op een door het bestuur
aan te geven wijze. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden __
die voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn. ____
6. Het bestuur kan na een voorafgaand besluit van de algemene______________
ledenvergadering geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve __
van de leden die tegen deze verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaar _
hebben gemaakt. De verplichting om de algemene ledenvergadering hierover
te laten besluiten en het recht op bezwaar geldt niet voor de verstrekking van _
gegevens die aan overheden of (publiekrechtelijke) instellingen dienen te ____
worden verstrekt in verband met een wettelijke verplichting. ______________
Toelating. __________________________________________________________
Artikel 6. __________________________________________________________
1. Het bestuur beslist over de toelating van leden. _________________________
2. Na aanmelding komen toekomstige leden op de wachtlijst. Zodra een geschikt3
perceel vrijkomt, wordt dit aangeboden. ______________________________
3. Toetreding als lid is niet eerder mogelijk dan na ondertekening van een _____
overeenkomst voor het gebruik van een tuin, welk recht bij het eindigen van _
het lidmaatschap automatisch komt te vervallen. _______________________
4. Als leden kunnen ook worden toegelaten zij, die de leeftijd van achttien jaar _
nog niet hebben bereikt, indien er sprake is van tuinieren onder leiding en ___
verantwoordelijkheid van ouder(s)/voogd of mentor. ____________________
5. Het bestuur is bevoegd om in bijzondere gevallen personen van buiten de ___
gemeente Zwolle als lid toe te laten. _________________________________
Algemene verplichtingen. _____________________________________________
Artikel 7. __________________________________________________________
1. De leden zijn verplicht: ___________________________________________
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de vereniging na _
te leven; ___________________________________________________
b. de belangen van de vereniging niet te schaden; _____________________
c. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam of ten behoeve _
van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de vereniging ___
voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. _______________________
2. Verder kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij ___________
huishoudelijk reglement, (gedrags-)codes of bij besluit van de algemene ____
ledenvergadering. ________________________________________________
3. Het bestuur van de vereniging kan in naam van de leden verplichtingen _____
tegenover derden aangaan, uitsluitend voor zover de algemene ____________
ledenvergadering het bestuur daartoe bevoegd heeft verklaard. ____________
Contributie en andere verplichtingen. ____________________________________
Artikel 8. __________________________________________________________
1. De leden (met uitzondering van ereleden) zijn gehouden tot het betalen van __
een jaarlijkse bijdrage (contributie), die door de algemene ledenvergadering _
wordt vastgesteld.________________________________________________
2. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de vereniging ___
aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na _
de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is
hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de
activiteiten van de vereniging totdat hij geheel aan zijn financiële __________
verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de _______
vereniging geen rechten uitoefenen en blijft hij verplicht te voldoen aan alle _
verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien. __________________
3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke _______
ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen. __
4. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover _
de vereniging, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag _
de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in ______
gebreke, nadat hem een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid
behalve de wettelijke rente ook het wettelijke percentage incassokosten over _
het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Volhardt het lid in zijn verzuim, dan
is hij naast de wettelijke rente en genoemde incassokosten ook alle _________
redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de vereniging door een ____4
advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter ____
anders beslist. ___________________________________________________
5. Leden, hun gasten en familieleden onthouden zich tegenover andere leden ___
van elke vorm van gedrag, opzettelijk of onopzettelijk, dat door het andere __
lid, dat het ondergaat, als ongewenst, bedreigend, beledigend of gedwongen _
wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een _______
overtreding waarvoor het lid verantwoordelijk wordt gehouden. ___________
Straffen. ___________________________________________________________
Artikel 9. __________________________________________________________
1. Strafbaar is elk handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen, ___
codes en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de _______
belangen van de vereniging of van andere leden worden geschaad. _________
2. Het bestuur is bevoegd om, in geval van strafbare handelingen, overtredingen
of gedragingen zoals bedoeld in lid 1, de volgende straffen op te leggen: ____
a. waarschuwing; ______________________________________________
b. schorsing; __________________________________________________
c. ontzetting (royement). ________________________________________
3. Schorsing kan worden opgelegd voor de bij het reglement aangegeven ______
maximum periode. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft hij ___
geen toegang tot een algemene ledenvergadering en kan hij aldaar niet aan de
stemming deelnemen, terwijl hem bovendien gedurende deze periode ook ___
andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd. ____
4. Ontzetting (royement) kan worden uitgesproken indien een lid in strijd met de
statuten, reglementen en/of besluiten van de organen van de vereniging _____
handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. _________________
5. Ontzetting (royement) kan slechts door het bestuur worden uitgesproken. ____
6. Nadat het bestuur tot ontzetting (royement) heeft besloten, wordt het _______
betrokken lid ten spoedigste door middel van een aangetekend schrijven van _
het besluit in kennis gesteld. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na _
ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan. Maakt het lid gebruik van
zijn recht op beroep dan is het bestuur verplicht binnen zes weken na _______
ontvangst van het beroepschrift een algemene ledenvergadering uit te roepen _
die met gewone meerderheid beslist. Wordt hieraan niet voldaan dan vervalt _
de ontzetting. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid
geschorst, met dien verstande dat de betrokkene voor het voeren van verweer
toegang heeft tot de eerstvolgende algemene ledenvergadering en bevoegd is _
aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde
vergadering door een raadsman te doen bijstaan. Een geschorst lid heeft geen
stemrecht. ______________________________________________________
Einde lidmaatschap. __________________________________________________
Artikel 10. _________________________________________________________
1. Het lidmaatschap eindigt:__________________________________________
a. door de dood van het lid; ______________________________________
b. door schriftelijke opzegging aan het bestuur; ______________________
c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer __
een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de _
statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de ___5
vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs niet gevergd kan _
worden het lidmaatschap te laten voortduren; ______________________
d. door ontzetting, zoals bepaald in artikel 9. ________________________
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. _____________
3. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op ___
grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het _____
lidmaatschap te laten voortduren, staat de betrokkene binnen een maand na __
ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de algemene __
ledenvergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit
met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en __
hangende het beroep is het lid geschorst. ______________________________
4. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden met ____
inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. ____________________
5. Een opzegging in strijd met het bepaalde in lid 4 van dit artikel doet het _____
lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de ____
datum waarop was opgezegd. ______________________________________
6. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, ___
waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te _
zijnen opzichte uit te sluiten. _______________________________________
7. In het geval genoemd in lid 1 onder a van dit artikel, eindigt het lidmaatschap
onmiddellijk. In de gevallen genoemd in lid 1 onder c en d van dit artikel, ___
eindigt het lidmaatschap onmiddellijk, of in het geval dat beroep mogelijk is, _
na het verlopen van de beroepstermijn, of – indien beroep is ingesteld – nadat
een beroep is afgewezen. __________________________________________
8. Het bestuur draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het ________
lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De ___
informatie wordt vermeld op de website en/of is makkelijk toegankelijk via __
andere communicatiemiddelen. _____________________________________
Bestuur. ___________________________________________________________
Artikel 11. _________________________________________________________
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie leden die door de algemene _________
ledenvergadering worden benoemd. De functies van voorzitter, secretaris, ___
penningmeester en eventuele overige functies worden door de bestuursleden _
onderling verdeeld._______________________________________________
2. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer voordrachten. Tot
het opmaken van zulk een voordracht zijn zowel het bestuur als ten minste elf
leden bevoegd . De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor __
de vergadering meegedeeld. Een voordracht door elf of meer leden moet ____
zeven dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur __
worden ingediend. _______________________________________________
3. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft _
een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd.
______
Besluit de algemene ledenvergadering dat ter vergadering kandidaten kunnen
worden gesteld, dan is de algemene ledenvergadering vrij in de keus. _______
4. Nieuwe bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Een __
aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar. Bestuursleden die herbenoemd _
worden binden zich in principe voor een periode van één jaar. _____________6
5. Bij een vacature in het bestuur benoemt de eerstvolgende algemene ________
ledenvergadering een opvolger. Het bestuur heeft de bevoegdheid tijdelijk ___
voor vervanging zorg te dragen. ____________________________________
6. Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van _
de kascommissie. ________________________________________________
7. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur ____
bevoegd. Bij minder dan drie bestuursleden moet er binnen zes weken een ___
algemene ledenvergadering georganiseerd worden om het bestuur aan te ____
vullen. _________________________________________________________
8. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij _
de leden die hiervoor door een algemene ledenvergadering zijn aangewezen. _
Deze leden hebben de verplichting om binnen vier weken nadat zij in functie _
zijn getreden een algemene ledenvergadering te organiseren. Voor de _______
gedurende deze periode verrichte bestuurstaken worden de aangewezen _____
personen met een bestuurslid gelijkgesteld . ___________________________
Bestuursfuncties – besluitvorming van het bestuur. __________________________
Artikel 12. _________________________________________________________
1. In zijn eerste bestuursvergadering na een bestuursverkiezing verdeelt het ____
bestuur in onderling overleg de functies en stelt het voor elk bestuurslid diens
taken vast en doet hiervan mededeling aan alle leden. Het bestuur kan voor __
elke functie uit zijn midden een vervanger aanwijzen. ___________________
2. Het bestuur vergadert minstens zesmaal per jaar. _______________________
3. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, indien geen _______
bestuurslid zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. ______________
4. a. Alle besluiten, daaronder begrepen de besluiten als bedoeld in lid 3, ____
worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte ____
geldige stemmen. ____________________________________________
5. Over elk voorstel wordt afzonderlijk gestemd. _________________________
6. a. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel dat het bestuur een besluit __
heeft genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een ___
genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk ____
vastgelegd voorstel. __________________________________________
b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het door de voorzitter ______
uitgesproken oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt zo nodig het te _
nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, __
indien een bestuurslid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de _
rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. ______________________
7. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen __
opgemaakt, die door het bestuur worden vastgesteld. ____________________
8. Een bestuurslid neemt niet deel aan de besluitvorming indien het daarbij een _
direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang _
van de vereniging. _______________________________________________
Bestuurstaak. _______________________________________________________
Artikel 13.
_________________________________________________________
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het __
besturen van de vereniging. ________________________________________
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang _7
van de vereniging. _______________________________________________
3. Het bestuur stelt een controlesysteem op met betrekking tot betalingen. _____
4. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke ___
invulling van de hem opgedragen taak. _______________________________
5. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen _
van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden _
benoemd. ______________________________________________________
6. Het bestuur is bevoegd uitgaven te doen binnen de door de algemene _______
ledenvergadering vastgestelde begroting. _____________________________
7. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, ____
bevoegd tot: ____________________________________________________
a. het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren
van registergoederen; _________________________________________
b. het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of __
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of
zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt; ______
c. het overschrijden van de begroting met meer dan tien procent (10%). ___
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door derden geen beroep worden
gedaan. ________________________________________________________
Vertegenwoordiging. _________________________________________________
Artikel 14.
_________________________________________________________
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders
voortvloeit. _____________________________________________________
2. a. De vereniging wordt voorts in en buiten rechte vertegenwoordigd door __
de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de ____________
penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van de genoemden ___
tezamen met een ander bestuurslid. ______________________________
b. Het bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te ______
verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de in de _
volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen. _______________
3. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht __
vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid __
niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het ____
aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten. _______________
Schorsing bestuursleden en einde bestuurslidmaatschap. _____________________
Artikel 15.
_________________________________________________________
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te __
allen tijde door de algemene ledenvergadering worden ontslagen of geschorst.
Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit __
tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. ____________________
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: _____________________________
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging; ___________
b. door het aanvaarden van een functie die onverenigbaar is met het ______
bestuurslidmaatschap; ________________________________________
c. door bedanken; ______________________________________________
d. door overlijden. _____________________________________________
3. Bij uitzondering kan een bestuursfunctie worden vervuld door een persoon __8
die geen tuin meer in gebruik heeft bij de vereniging. Deze kan hiervoor als __
lid aanblijven, als dit in het belang is bij het uitvoeren van taken voor de ____
vereniging. Het bestuur doet hiervan de eerstvolgende algemene ___________
ledenvergadering verslag. Dit bijzondere lidmaatschap is voor één jaar en kan
daarna worden verlengd. __________________________________________
Jaarverslag – rekening en verantwoording. ________________________________
Artikel 16.
_________________________________________________________
1. Het verenigingsjaar is gelijk aan een kalenderjaar. ______________________
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig
aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en __________
verplichtingen kunnen worden gekend. _______________________________
3. Het bestuur brengt op een algemene ledenvergadering binnen twee maanden _
na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn ___
door de algemene ledenvergadering of wettelijke uitzonderingen, zijn ______
jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van ___
baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen ______
boekjaar gevoerd bestuur. _________________________________________
4. De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de leden een __________
kascommissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken _
van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording
van het bestuur en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar
bevindingen uit. _________________________________________________
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere _______
boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich door een deskundige
doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar ___
gewenste inlichtingen te verschaffen en inzage van de boeken en bescheiden _
der vereniging te geven. ___________________________________________
6. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de algemene___________
ledenvergadering worden herroepen, doch slechts door benoeming van een __
andere commissie. _______________________________________________
7. Goedkeuring door de algemene ledenvergadering van de balans en van de ___
staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van het ____
verslag en de verklaringen van de kascommissie. Goedkeuring strekt het ____
bestuur niet tot décharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken. ___
Hierover zal separaat worden besloten. _______________________________
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in lid 2 en 3, zeven jaren lang _
te bewaren. _____________________________________________________
Algemene ledenvergadering – algemeen. _________________________________
Artikel 17. _________________________________________________________
1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle ___________
bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur of een _
ander orgaan zijn opgedragen. ______________________________________
2. Jaarlijks, uiterlijk twee maanden na afloop van het verenigingsjaar, ________
behoudens wettelijke uitzonderingen, wordt een algemene ledenvergadering _
gehouden. In deze vergadering komen onder meer aan de orde: ____________
a. vaststelling van de notulen van de vorige algemene _________________
ledenvergadering; ____________________________________________9
b. jaarverslag van de secretaris; ___________________________________
c. het jaarverslag en de vaststelling van de jaarrekening en verantwoording
bedoeld in artikel 16 met het verslag van de kascommissie; ___________
d. de benoeming van de leden van de kascommissie voor het volgende ____
verenigingsjaar; _____________________________________________
e. voorziening in eventuele vacatures; ______________________________
f. vaststelling en goedkeuring van de begroting met daarbij vaststelling van
de contributie en andere bijdragen; ______________________________
g. vaststelling van overige verplichtingen voor leden; __________________
h. voorstellen van het bestuur of van de leden, welke door ten minste elf __
leden veertien dagen voor de vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn
ingeleverd; _________________________________________________
i. eventuele verkiezing bestuursleden. ______________________________
3. Andere algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het _____
bestuur dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe volgens de wet of de ___
statuten verplicht is of op schriftelijk verzoek van ten minste één/tiende (1/10)
van de stemgerechtigde leden, met vermelding van de te behandelen _______
onderwerpen, op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het __
verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de ______
verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 21. Het
bestuur is verplicht hieraan medewerking te verlenen. ___________________
4. Bij een op verzoek van de leden te houden algemene ledenvergadering ______
kunnen de leden of het bestuur anderen dan de bestuursleden belasten met de
leiding van de vergadering. ________________________________________
Algemene ledenvergadering – toegang en stemrecht. ________________________
Artikel 18.
_________________________________________________________
1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben alleen leden en ereleden __
van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste ____
bestuursleden, behoudens bij de behandeling van hun schorsing. ___________
2. Over toelating van andere personen dan de in lid 1 bedoelde personen beslist _
de algemene ledenvergadering.
_____________________________________
3. Ieder aanwezig lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem. ___
4. Stemgerechtigde leden kunnen in de algemene ledenvergadering hun _______
stemrecht uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel.
Het bestuur kan hieraan nadere voorwaarden verbinden of besluiten dat deze _
mogelijkheid voor een bepaalde algemene ledenvergadering niet wordt _____
geboden. _______________________________________________________
5. Voor de toepassing van het stemmen door middel van een elektronisch _____
communicatiemiddel draagt het bestuur ervoor zorg dat de stemgerechtigde __
via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, ______
rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het __
stemrecht kan uitoefenen. _________________________________________
6. Het bestuur draagt er in de in lid 6 bedoelde vergaderingen voor zorg dat de _
stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan
de beraadslaging. ________________________________________________
7. Stemmen die voorafgaand aan de algemene ledenvergadering via een _______
elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, maar niet eerder dan __10
een week voor die van de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die
ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. _______________________
8. Indien bij wet toegestaan en onder de voorwaarde dat de algemene _________
vergadering voorafgaand goedkeuring heeft gegeven, kan een algemene _____
vergadering volledig elektronisch worden gehouden. Het bepaalde in lid 4 tot
en met 7 is van overeenkomstige toepassing. __________________________
9. Bestuursleden hebben in de algemene ledenvergadering een raadgevende ____
stem. __________________________________________________________
Algemene ledenvergadering – voorzitterschap en notulen. ____________________
Artikel 19.
_________________________________________________________
1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de ___
vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn _________
plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan
te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het ____________
voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf. _________
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ___
ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen opgemaakt, die
door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die __
de vergadering bijeenroepen kunnen door een daartoe aan te wijzen persoon _
een proces-verbaal van het verhandelde laten opmaken. De inhoud van de ___
notulen of het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht. _______
Algemene ledenvergadering – besluitvorming. _____________________________
Artikel 20.
_________________________________________________________
1. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten __
van de algemene ledenvergadering genomen met gewone meerderheid van de
uitgebrachte stemmen. ____________________________________________
2. Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
3. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid __
heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft dan opnieuw _____
niemand de volstrekte meerderheid gekregen worden allen gekozen. ________
4. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van ____
personen, dan is het verworpen. _____________________________________
5. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een _
schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór _
de stemming verlangt. Alle stemmingen over personen geschieden _________
schriftelijk. Schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende, gesloten ____
briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is ook mogelijk, tenzij een _________
stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt. _______________________
6. Het tijdens de algemene ledenvergadering uitgesproken oordeel van de _____
voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. _____
Algemene ledenvergadering – bijeenroepen. _______________________________
Artikel 21.
_________________________________________________________
1. De algemene ledenvergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. De ___
oproeping geschiedt schriftelijk en/of via email aan de adressen van de leden _
volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5. De termijn van oproeping _____
bedraagt ten minste zeven dagen. ___________________________________
2. Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd11
het bepaalde in artikel 22. _________________________________________
3. Bij de uitnodiging wordt tevens vermeld of toepassing wordt gegeven aan de _
mogelijkheid om door middel van een elektronisch communicatiemiddel deel
te nemen aan de vergadering en eventuele aanvullende voorwaarden die _____
daarbij gelden. __________________________________________________
4. Bij de uitnodiging voor de jaarlijkse algemene ledenvergadering wordt _____
aangegeven welke bestuursleden volgens schema aftredend zijn. Een _______
aftredend bestuurslid is herbenoembaar. ______________________________
Statutenwijziging. ___________________________________________________
Artikel 22.
_________________________________________________________
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan __
door een besluit van de algemene ledenvergadering, waartoe is opgeroepen __
met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden ________
voorgesteld. ____________________________________________________
2. Zij die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van __
een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste zeven __
dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de ________
voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte __
plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de ___
vergadering wordt gehouden. _______________________________________
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee
/ derde (2/3) van de geldig uitgebrachte stemmen. ______________________
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële __
akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid ____
bevoegd. _______________________________________________________
Ontbinding en vereffening. ____________________________________________
Artikel 23.
_________________________________________________________
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene _____
ledenvergadering, met dien verstande dat een besluit tot ontbinding, slechts __
genomen kan worden met een meerderheid van ten minste twee / derde (2/3) _
van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste ___
twee / derde (2/3) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet _
twee / derde (2/3) van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt
binnen vier weken daarna een tweede ledenvergadering bijeengeroepen en ___
gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de _
orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde ___
leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste ______
twee/derde (2/3) van de geldige uitgebrachte stemmen. __________________
2. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, dan __
geschiedt de vereffening door het bestuur. ____________________________
3. De algemene ledenvergadering bepaalt de bestemming van een eventueel ___
batig saldo. _____________________________________________________
4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot _______
vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de
bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In
stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moeten aan haar __
naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. ___________________12
Huishoudelijk reglement en andere reglementen. ___________________________
Artikel 24.
_________________________________________________________
1. De algemene ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen __
en wijzigen. ____________________________________________________
2. Overige reglementen kunnen worden vastgesteld of gewijzigd door de ______
algemene ledenvergadering of het bestuur. ____________________________
3. Reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen _______
dwingend recht bevat, noch met de statuten. ___________________________
SLOTBEPALINGEN.
________________________________________________
Artikel 25.
_________________________________________________________
1. Alle officiële mededelingen van de vereniging worden bekend gemaakt op de
website van de vereniging. _________________________________________
2. Onder oproep, bijeenroepen, (schriftelijke) uitlating of mededeling of _______
kennisgeving wordt tevens verstaan: een bericht per e-mail aan het e-
_______
mailadres dat door het lid voor dit doel is opgegeven, waarbij geldt dat het lid
uitdrukkelijk heeft ingestemd om zodanige berichten langs deze weg te _____
ontvangen. _____________________________________________________
3. Onder terinzagelegging wordt (mede) verstaan: toegankelijk maken voor de _
leden op de website of enig andere via een elektronisch communicatiemiddel
te bereiken plaats van de vereniging. _________________________________
4. Onder bijeenkomst of vergadering wordt verstaan een bijeenzijn van _______
meerdere personen die met elkaar spreken, waaronder naast lijfelijk bijeenzijn
tevens wordt verstaan het deelnemen aan het gesprek via telefoon of _______
elektronisch communicatiemiddel, mits de identiteit van de niet- lijfelijk ____
aanwezige(n) voldoende kan worden vastgesteld en dit door de fungerend ___
voorzitter goedgekeurd wordt en in notulen of het verslag daarvan melding __
wordt gemaakt. __________________________________________________
Stemgerechtigden kunnen hun stemrecht uitoefenen door middel van het ____
hiervoor bedoelde elektronische communicatiemiddel, mits de ____________
stemgerechtigde via het elektronische communicatiemiddel rechtstreeks kan _
kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de
beraadslaging. __________________________________________________
5. In alle gevallen waarin de statuten, het huishoudelijk reglement en/of een ____
ander reglement niet voorzien, beslist het bestuur. ______________________
EINDE STATUTENWIJZIGING. _____________________________________
Slot akte. __________________________________________________________
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de identiteit van de verschenen __
persoon is door mij, notaris aan de hand van een identiteitsdocument zoals bedoeld
in artikel 1 Wet op de identificatieplicht vastgesteld. ________________________
WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Wassenaar, op de datum, in het hoofd
van deze akte vermeld. ________________________________________________
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het ____
geven van een toelichting daarop, heef de comparant verklaard tijdig voor het _____
verlijden van deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze __
akte kennis te nemen en daarvan ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van
deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. __
Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan_13
de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant _
en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend. ______________________
(Volgt ondertekening.)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT